banner

Boeddha Natuur

Thuis, onze Ware Aard, onze Boeddha Natuur, is een vreemde plaats.
We zijn er al, zijn het al.
Maar we kunnen het niet zien, niet ervaren.
Het is als onze rug, onze ruggenwervel.
We kunnen het niet zien maar het is de basis van ons hele lichaam.
Om het te kunnen zien moeten we ons 180 graden omdraaien, ons perspectief wijzigen.
Als we groeien van een embryo naar een foetus en mens dan ontwikkelen alle delen van ons lichaam zich hieruit.
Het is het centrale deel dat al onze acties ondersteund.
Als centraal zenuwstelsel is het de bron van al onze acties.
Maar normaal kunnen we dat niet zien.
We zien alleen wat voor ons is. De effecten van ons handelen.

Bewegen we bijvoorbeeld onze hand dan zien we dat alsof wij zelf bewegen.
Maar het is niet de hand die de aktie inzet, je zenuwstelsel doet dat.
Wij, ons zenuwstelsel, zetten de aktie in en je hand reageert.
Zo is het ook met onze Boeddha natuur.
Als je Boeddha natuur zich uitdrukt gebeurt dat via het Zelf.
De Boeddha natuur is de Oorspong. Het Zelf is de aktie, de reflectie ervan.

Maar we identificeren onszelf met die acties.
We denken dat die acties echt zijn, dat ze ons definieren.
Daarom raken we gehecht aan onze acties, onze uitdrukking.
Zonder onze uitdrukking bestaan we niet.
Door onze akties te zien als ons Zelf vergeten we waar die vandaan komen.
We hebben vergeten dat wijzelf de Bron zijn van onze eigen uitdrukking.
We kunnen teruggaan naar de plek waar alle acties ontstaan, waar wij ontstaan.
De Prajna Paramita.
En zelfs daar voorbij.
Naar de plaats die elke mogelijke uitkomst in zich heeft.

Maar er zit iets tussen onze huidige staat en die plaats, onze verlichte staat.
Er zijn hindernissen, realiteiten, die ons weerhouden wakker te worden en terug te keren naar de bron.
Ze hechten ons aan onze manifestatie als het “Zelf”.
We noemen ze voorkeuren, overtuigingen, conditioneringen, verwachtingen, pijn en angsten.

Het is als een angstig kind dat krampachtig het been van moeder vasthoudt.
Duwen we het weg dan grijpt het zich steviger vast.
Helen we de angst, creeren we vertrouwen, dan laat het kind los en kan de moeder zich vrij bewegen en het kind begeleiden in het leven.

Wanneer we zo krampachtig in het leven vastzitten dan noemen we dat Dukkha.
Als een wiel dat niet meer vrij kan draaien.
We moeten het wiel weer losmaken, laten draaien.
Dan wordt het Sukha, draaiend, vloeiend.
We zijn niet de afdrukken dat het wiel achterlaat.
We zijn het wiel zelf.
En zelfs meer dan dat. We zijn het voertuig zelf.
De Mahayana.
Wanneer we vrij zijn, draaien, ons niet meer identificeren met onze effecten, met ons “Zelf”, dan brengt het leven ons naar plaatsen die we nooit hadden verwacht.
We zullen de eindeloze ruimte vinden, de vrijheid en de alles doordringende compassie om op het juiste moment op de juiste wijze te handelen.

We zullen dan realiseren dat onze ruggengraat, onze Boeddha Natuur, onze Ware Natuur is.